'Mijn ritme is daardoor tegen de natuurlijke cyclus in, omdat ik tijdens de nacht wakker moet blijven. Maar daar ben ik inmiddels aan gewend. Ik heb heel bewust gekozen om in de nacht te gaan werken. Zo ben ik me aan het oriënteren om in de toekomst een cursus gaan volgen en daar heb ik dan overdag de tijd voor. Voor dit werk moet je een echt mensenmens zijn en weten hoe je met verschillende situaties moet omgaan. Zo moet ik soms echt wel optreden wanneer iemand overlast veroorzaakt. Dat gaat me gelukkig goed af. Ik kan van nature heel erg met mensen meeleven en heb veel geleerd van ervaren nachtportiers. Ik vind het super dat ik veel verantwoordelijkheid heb. De meeste nachten ben ik alleen, dus maak ik zelf de beslissingen. Nadeel aan het ‘s nachts werken is dat ik overdag niet altijd rustig kan slapen vanwege straatgeluiden of wanneer de buren aan het verbouwen zijn, dat is best irritant. Dan moet ik genoegen nemen met minder slaap. Ons hotel is 24/7 bereikbaar. Ik word veel gebeld voor reserveringen. Mensen willen dan echt iets op dat moment geregeld hebben, omdat ze er anders wakker van liggen. Dan maak ik het graag voor ze in orde. Ook help ik gasten in het hotel. Laatst had een man zich buitengesloten; hij had in zijn hotelkamer in plaats van de badkamerdeur de deur naar de gang geopend en stond in zijn onderbroek op de gang. Hij was helemaal gedesoriënteerd. Gelukkig kon ik hem snel weer naar zijn kamer brengen waar hij lekker verder kon slapen. Het is in elk geval geen saaie baan; ik maak genoeg leuke, gekke en spannende dingen mee.’

‘Ik werk vier nachten per week, van elf uur ’s avonds tot zeven uur in de ochtend. Na mijn dienst ga ik meestal direct door naar de sportschool van het hotel om een uurtje te trainen. Dan ben ik rond half negen thuis, ga ik douchen en dan ga ik naar bed. Hopelijk slaap ik dan tot een uur of drie ‘s middags. Ik heb hierdoor geen standaardritme. Zo begint mijn weekend op zondagochtend. Soms heb ik wel het gevoel dat ik bepaalde dingen mis qua socializen met vrienden en familie. Maar het werken in de nacht bevalt me heel erg goed. Als er een probleem is, moet ik het zelf oplossen. En ‘s nachts heb je persoonlijker contact met de gasten, overdag gaat het allemaal veel sneller. Er zijn veel rustige nachten. Gasten bellen dan voor hele kleine dingen: “Mag ik een extra handdoek?” of “Kan de temperatuur van de kamer worden aangepast?” In de nacht kan ik echt de tijd nemen om het probleem op te lossen. Omdat het meestal niet druk is, krijgen ze de volle aandacht. Maar soms is het een stuk onrustiger. Dan krijg je te maken met mensen die hebben gedronken of geluidsoverlast veroorzaken. Op dat soort momenten is het wel handig dat ik een achtergrond in de beveiliging heb. Met de juiste gesprekstechnieken kan ik ze op zo’n manier aanspreken en ervoor zorgen dat er geen overlast meer wordt veroorzaakt, zodat de andere gasten ook fijn kunnen slapen. Het gaat om het overbrengen van overwicht. Ik ben vrij nuchter en heel duidelijk. Een persoonlijke aanpak en mijn humor neem ik altijd wel mee wanneer ik gasten aanspreek op ongewenst gedrag. Wanneer ik daarbij een klein geintje gebruik, maakt het de dingen net wat luchtiger en lost het probleem zich vaak vanzelf op.’

‘Mijn omgekeerde werkritme komt me eigenlijk wel goed uit. Ik heb veel contact met mensen in Amerika, die ik onder andere via online gamen heb ontmoet, en dan is het tijdsverschil en dat ik ’s nachts wakker ben juist heel handig. Voordat ik nachtportier werd, was ik badmeester. Maar toen het zwembad werd gesloten, moest ik op zoek naar iets anders. Mijn vader was nachtportier en dacht dat het ook wel iets voor mij zou zijn. En daar had hij gelijk in. Sommige nachten zijn rustig, dan start ik met wat administratief werk, en er komen altijd wel een paar gasten om in te checken. Op uitgaansnachten is het meestal drukker. Dan word ik vaak gebeld door mensen die die nacht toch een hotelkamer willen. Het is fijn om daarbij te kunnen helpen. Om middernacht gaat de voordeur op slot en heb ik de vrijheid om rond te kunnen lopen. Dan kan ik horen en zien of alles rustig verloopt. Ik werk volledige nachten alleen, ik heb daar geen moeite mee. Sterker nog, als er een probleem moet worden opgelost dan is het juist een extra uitdaging dat ik alleen ben. Ik ben dan degene die de beslissingen maakt. Ik moet regelmatig streng optreden. En ik heb weleens een groep mensen het hotel moeten uitzetten toen ze echt overlast veroorzaakten en na meerdere waarschuwingen bleven doorgaan. Ik zal niet mijn stem verheffen, maar leg rustig uit wat de situatie is. Dan komt het altijd goed. Maar over het algemeen zijn de gasten in de nacht relaxter dan overdag. Sommige mensen komen naar beneden om een praatje te maken als ze niet kunnen slapen. We hebben veel internationale gasten die last hebben van een jetlag, en dan kun je even met ze kletsen. ‘s Nachts heb je daar veel meer tijd voor. Dat maakt het juist zo leuk.’