1. Snijd de boven- en onderkant van de flespompoen. Schil de flespompoen met de dunschiller en snijd doormidden. Haal de pitten eruit met een lepel. Snijd de pompoen in stukken van 3 tot 4 centimeter groot. 2.

Doe de blokjes in de pan met ruim water en een snuf zout. Breng het water aan de kook en roer het regelmatig door met een pollepel. Laat het zo’n 5 minuten koken tot de blokjes zacht zijn geworden.

3. Giet de blokjes af in het vergiet en laat ze even afkoelen. Pureer het tot een gladde massa met een staafmixer of keukenmachine. Weeg af op de keukenweegschaal en zet 90 gram puree klaar. Als je puree over hebt, kun je die makkelijk invriezen voor een andere keer. Vraag wel aan een volwassene om je te helpen! 10

4. Voeg nu alle droge ingrediënten toe, dus de bloem, bakpoeder, kaneel, speculaaskruiden, nootmuskaat en de vanillesuiker naar smaak, en meng het door de puree met de pollepel.

5. Voeg dan de twee eieren en de yoghurt toe aan de pompoenpuree en roer opnieuw goed door. Het mengsel moet ongeveer net zo dik worden als vla. Is het mengsel te dik, dan kun je het met een beetje (soja)melk verdunnen. Is het mengsel te dun, voeg dan nog wat bloem of meel toe.

6. Verhit wat olie of boter in een koekenpan en schep het beslag met een soeplepel in de pan. Laat het beslag wat uitlopen. Als de bovenkant van het pannenkoekje droog is, kan je hem met een spatel omdraaien en de andere kant bakken. Herhaal dit tot het beslag op is.

7. Versier de pannenkoekjes met wat je lekker vindt. Bijvoorbeeld met honing, poedersuiker of geroosterde pompoenpitten.